BRUSSEL / SINT-JANS-MOLENBEEK| Supporter van RWDM Molenbeek ben je niet voor je lol. Al bladerend door de roerige geschiedenis van de Brusselse fusieclub leert ons dat er vooral altijd geleefd is tussen vrees en hoop. Maar het clubhart van de echte RWDM-supporter zal er nooit langzamer door gaan slaan. Integendeel: de harde kern is niet kapot te krijgen en wordt alleen maar nog fanatieker. Tismarvoetbal reisde af naar Sint-Jans-Molenbeek.
Door: W. Rooyakkers
Dit relaas zou normaal gezien al veel eerder zijn gepubliceerd maar de laatste maanden was het weer eens ouderwets onrustig rondom de Brusselse volksclub. De steevast weggehoonde eigenaar John Textor had het idee opgepakt om de naam te veranderen in Daring Brussels, dus geen RWDM meer en ook eveneens zonder verwijzing naar stadsdeel Molenbeek. De reden zou zijn om de club los te koppelen van Molenbeek, een naam die volgens Textor voornamelijk negativiteit bij buitenstaanders zou opwekken.
De emoties liepen hoog op bij de échte supporters. Of hun leven voorbij was, niets had meer zin, alsof een dierbare overleed. Er volgden massale protesten en zelfs een gang naar de Brusselse gemeenteraad. Na wat gewiekst nadenken en het wetboek bestuderen werd er een opening gevonden: de gemeente is eigenaar van het Edmond Machtensstadion en zou dus de 'nieuwe' club kunnen verbieden daar te spelen. Dat zou dan overigens sowieso voor lege tribunes zijn gebeurd, de fans gingen naar eigen zeggen toch al niet komen.
De doorslag gaf uiteindelijk wellicht het feit dat Molenbeek in 2030 de Europese cultuurhoofdstad mag zijn. Dan zou het een beetje gek zijn als de lokale voetbalclub uit negativiteit niets meer met deze naam te maken zou willen hebben. Onder luid gejuich werd er uiteindelijk tot een compromis besloten: de club heet per direct RWDM Brussels. Dit met behoud van het logo en de clubkleuren. RWDM staat overigens voor Racing White Daring Molenbeek en werd in 1973 opgericht als fusieclub. Twee jaar later werden de wit-rood-zwarten al landskampioen, een unicum. De Nederlander Jan Boskamp (In België steevast Johan genoemd) speelde een belangrijke rol binnen dat team en werd zelfs later uitgeroepen tot Belgisch voetballer van het jaar. Een niet te onderschatten prestatie, als men bedenkt welke sterren er destijds allemaal in België actief waren.
Stigma
Tja, wie als random Nederlander anno 2025 aan Sint-Jans-Molenbeek denkt zal misschien niet verder komen dan: "Is dat niet een deel van Brussel, daar waar veel terroristen wonen? En veel buitenlanders? En kwamen daar die terroristen niet vandaan, je weet wel van die aanslagen destijds op Zaventem en in de Metro?"
Het is het stigma waar de fiere Molenbekers tegen moeten vechten. We zijn die dag al redelijk vroeg van huis gegaan om zodoende ook nog even het centrum van Brussel in te kunnen gaan. Het was alweer een flink aantal jaren geleden dat ondergetekende daar was geweest maar het moet gezegd, ondanks veel alarmerende verhalen welke eerder via de flessenpost naar het noorden waren gedreven, dat het er nog steeds goed toeven bleek. Nu zitten we wél voornamelijk wat te mijmeren in de Dansaertwijk, de straatjes rondom het sfeervolle Sint-Katalijneplein, wellicht een niet al te representatief gedeelte van het huidige Brussel. De muziek bij Mappa Mundo en Le Roi de Belges klinkt nog steeds heerlijk authentiek en lichtjes alternatief, niet zoals in Nederland waar alleen nog harde techno dreunen en overdreven smartlapperij kennelijk de norm zijn.
Vanaf Dansaert is het niet ver naar Molenbeek, misschien een goed half uur stappen. Maar we gaan met de metro want onze voiture stond bij het schitterend gemoderniseerde Weststation, middenin het hart van Molenbeek. "We gaan dichter bij het stadion parkeren", beslist mijn reisgenoot Gert-Jan daar aangekomen, tevens een neo-RWDM supporter. "Daar is altijd wel ergens plek op één of andere stoep."
Even later is die stoep inderdaad snel gevonden, de stadionlichtmasten schijnen ons bijna in de matig verouderde gelaten. "Tju, staan ze net nu wél te controleren", merkt mijn hele goede vriend ineens op. Er gaat een streep door onze snode plannen, we moeten elders parken. Uiteindelijk lukt dat een heel eind verderop bij een aantal grote flatgebouwen. Een avondlijke wandeling door een stukje Molenbeek volgt, na een kwartiertje doemen de desbetreffende lichten weer op. We passeren het befaamde supporterscafé Le Stade maar er is geen tijd voor een pint aldaar. "Na de wedstrijd dan maar", zegt Gert-Jan. We laten een tennisclub achter ons en gaan richting de kant van het stadion, gebouwd in 1920 en eens een capaciteit van ruim 30.000 fans koesterend, waar de meest fanatieke RWDM-fans naar binnengaan.
Nostalgie en weemoed
Eenmaal op het stadionterrein overvalt mij een nostalgisch gevoel. Een soort van weemoed naar een plek, naar een tijd, naar een plaats……..waar je niet eens eerder bent geweest. De geur van friet, snacks, bier, zwetende mannen op middelbare leeftijd en een verdwaalde madam met een kennelijk erg vreemde hobby. Alsof je het plein voor het Olympisch Stadion van Amsterdam opliep, net voordat Ajax – Porto in 1985 begon.
"We zitten in Blok B, Willem", zegt Gert-Jan met onverholen trots. "Hier staan de échte RWDM-ers." Sinds kort mag hij zichzelf ook een RWDM-aanhanger noemen, al zeker twee en een half jaar lang volgt de Eindhovenaar alle thuis- en uitwedstrijden van de club in levende lijve. "In het begin keken ze me raar aan", lacht hij. Ondertussen wordt hij echter door allerlei mannen en vrouwen op joviale wijze begroet. Opvallend is dat ook de mannen elkaar hier uitbundig kussen. "Ik ben vanuit Tongerlo komen rijden", zegt vijftiger Marc Geenen desgevraagd. "Ik ben een echte Molenbeker maar woon al jaren hier niet meer." Toch bezoekt hij zo ongeveer alle wedstrijden, en komt dan in zijn eentje naar Brussel wat toch ruim een uur karren is. Ook deze zondagavond in maart, en dat voor een doorsnee competitiewedstrijd. Geenen: "Je kunt een Molenbeker uit Molenbeek halen maar niet Molenbeek uit hem."
Opvallend is de oprechte vriendschap tussen mannen welke overal in- en rondom het stadion valt te ontwaren. Een gezamenlijke liefde, een gedeelde smart misschien. Veel supporters hebben er overduidelijk al een paar teveel op. "We begonnen al in de bus vanuit Geraardsbergen", zegt een waggelende vijftiger met een bol staande RWDM-sweater om het uitgeput ogende lijf. Om vervolgens te verdwijnen in de muurspleet die toegang verschaft tot één van de indrukwekkende pisbakken. 'BXL BOYS", staat er op de muren. "ULTRA'S."
Zo ultra zijn ze echter niet, en veelal ook geen boys meer van Brussel. Ja, eens groeiden ze op als 'unne ket', de bijnaam van een echte Brusselaar. Tegenwoordig komen ze veelal met de bus vanuit elders, maar het hart voor RDWM blijft maar warm. Zo ook dat van voetbalglobetrotter Thierry Govaert, ook al pakweg geboren halverwege de jaren'60. Hij verdeelt tegenwoordig voornamelijk zijn vrije tijd tussen Leeds United en RWDM. "Snel weer naar Leeds, dan ben ik de volgende dag net op tijd terug voor de verplaatsing op Beveren." Het is leuk om met Thierry, een ouderwets voetbaldier, over de rijke historie van Leeds te klappen. Namen als Billy Bremner, Jack Charlton, Antony Yeboah, Harry Kewell en Eric Cantona passeren de revue maar daarmee houdt mijn parate kennis betreffende deze voormalige Europese topclub wel zo'n beetje op. "Pascal Struyk zit er nu toch?", valt me ineens in. Het gesprek gaat verder over het meer lokale voetbal. "Of je voor Ajax of Feyenoord bent is niet zo spannend, als je maar geen Man United fan bent haha."
Moeizame zege
Tijdens de rust zien we Jessica Schumann die onder de tribune achter een imponerende draaitafel heeft plaatsgenomen. Ze is de huis-DJ van Tribune 1 en drinkt behendig vanuit een blikje met clublogo. Jessica zorgt ervoor dat Gert-Jan deze avond eindelijk zoenen van een heuse vrouw krijgt te verwerken.
Op het veld, het plein zoals ze hier zeggen, is het ondertussen spannend want RWDM staat bovenaan en aast dus op de titel. Er wordt moeizaam met 1-0 gewonnen van het Lokeren-Temse van trainer Stijn Vreven, en dat nadat de gehele tweede helft met tien man moest worden afgewerkt. Doelpuntenmaker Mikaël Biron, zo op het eerste gezicht best een handige aanvaller, kreeg namelijk twee keer geheel terecht geel gepresenteerd vanwege het uitvoeren van evenzovele domme schwalbes. De beste speler van het team is deze dag Ilyes Ziani, een technisch begaafde spelmaker. "Deze Ziani zou best bij pakweg Sparta of Groningen een kans kunnen krijgen", denk ik hardop. "Waarom speelt hij hier?"
RWDM is echter dus eigendom van de Amerikaanse zakenman John Textor en heeft weinig te zeggen over het beschikbare materiaal. Textor heeft ook veel grotere clubs als Olympique Lyon en Crystal Palace onder zijn hoede, vaak worden de kleinere leden van zo'n 'groep' gebruikt om creatief te kunnen boekhouden, al is niet bewezen dat dit in Molenbeek ook aan de hand is. Wél is het zo dat Textor in juni van dit jaar Palace van de hand deed en bijna 100 miljoen pond winst maakte op zijn investering. In Lyon ging het echter compleet fout qua beleidsvoering, de club leek zelfs even compleet ten onder te gaan, waarop hij zijn biezen pakte.
Toch nog een fijne zomer
Uiteindelijk werd RWDM vorig jaar dus geen kampioen, op dramatische wijze werd er zelfs nog promotie naar de eerste klasse verspeeld. Het treuren daarover duurde niet lang want al snel volgde er nog een veel grotere catastrofe: de naam van de club zou dus verdwijnen.
Dit onheil is echter afgewend waardoor de echte diehard RWDM-fans alsnog kunnen spreken van een prima zomer. Het had namelijk nog veel erger gekund. De hoop is weer ouderwets terug. Gert-Jan: "Zo'n vignet in Zwitserland is dat bindend? Wordt daar op gecontroleerd?"
Ik vraag me af waarom hij dan niet beter door Oostenrijk rijdt, in de veronderstelling dat de reis naar Italië gaat. "Nee man, RDWM heeft in Zwitserland een trainingskamp belegd. Ik speel met de gedachte daar een weekendje heen te gaan."
Moelenbeek leeft weer. En dat is mooi want we hebben het hier over een prachtige volksclub.