LONGREAD| In deze rubriek gaan we telkens, soms via een omweg, op één of andere manier op zoek naar 'de ziel' van het voetbal. Deze keer reizen we naar Friesland, naar Heerenveen wel te verstaan. Christiaan, een Vlaamse sportliefhebber, wil graag mee.
Door: Willy Rooyakkers
"Seg, hoe laat hebben wij die afspraak daar in Friesland?", vraagt de Vlaming. "Half elf, gelukkig is het in het zuiden van Friesland, in feite zijn we er zo", zeg ik. "Amai seg, is dat in het oosten van Nederland?'. "Nee, in het hoge noorden", zeg ik. "Je zult raar staan opkijken dat ze daar een andere taal spreken. Zelfs de borden met de plaatsnamen zijn in twee talen uitgevoerd."
"Oh ja, nu weet ik het. Hoe heet die'n inne van Anderlecht ook alweer, die Jan Mulders, die woont daar ook. Met hem kunde goe lachen seg", grinnikt Christiaan. "Zenne kameraad van d'n Anderlecht is heel erg ziek hoorde ik." "Oh ja, wie is dat dan? Van Himst of Broos of wie?", ben ik nieuwsgierig. "Nee, die Van Binnen geloof ik." "Oh Gilbert van Binst? Is die ernstig ziek ja? Overigens woont Jan Mulder in Groningen, niet in Friesland. Dat is wel in het noorden maar toch nog een heel eindje daar vandaan." (Later lees ik op Wikipedia dat Gilbert van Binst, oud-ploeggenoot van Jan Mulder in de glorietijden van Anderlecht, aan de ziekte van Parkinson lijdt – wr).
De rugwind in Thialf
"Ben blij dat we nu naar het stadion van Heerenveen kunnen", zegt Christiaan. "Menne schoonzoon heeft bij Westerlo gevoetbald, hij wil dat we een paar foto's trekken."
"We gaan eerst even naar een andere sporttempel hier, we zijn er toch", zeg ik. "Wow, is da een sporthal? Wel groot seg", merkt de Vlaming tien minuten later op. "En wat doet die rijkswacht hier op het parkeerterrein?"."We zijn bij Thialf", zeg ik. "Ik weet niet waarom die politie hier is, misschien willen ze controleren of de coronaregels goed nageleefd worden. Kom, we gaan even naar binnen."
"Jammer dat de brasserie en de shops gesloten zijn", merk ik op. "Misschien kunnen we toch naar binnen, al denk ik dat die twee bewakers daar ons wel terugsturen." "Amai, dat zijn ook bewakers van niets, we lopen hier zo naar binnen. Seg, zijn ze hier binnen gewoon aan het schaatsen? Dat is straf seg."
"Vorige week waren hier nog wedstrijden, de WK afstanden. Er was zelfs weer sprake van een Elfstedentocht, dan had heel Friesland op zijn kop gestaan, maar het dooit alweer nu. De baan ligt hier onder vuur want volgens sommigen is er sprake van kunstmatig gecreëerde rugwind", zeg ik. "Rugwind in een hal? Haha. Amai, ik denk niet dat wij in Vlaanderen zoiets kunnen maken hoor. Wel een chique tent hier seg, écht af."
"Kijk, daar komt een schaatster voorbij met een Belgische vlag op de rug", zeg ik. "Ken jij die?"
"Nee, nooit gezien. Bij ons zijn alleen de koersgrieten bekend. En vroeger Kim en Justine natuurlijk."
"Laten we naar het voetbalstadion gaan", zeg ik.
"Is da hier een winkelcentrum? Ik vond al die waterkes zojuist veel schoner, veel water hebben jullie he!", zegt Christiaan.
"Nee joh, we zijn op de Abe Lenstra Boulevard, bij het voetbalstadion van SC Heerenveen."
"Oh wacht, dan moeten we een foto trekken." "Zijn jullie nog euforisch gezien de zege van gisteravond?', vraag ik aan een voorbijganger. "Het was me wel een avondje, maar het had ook anders kunnen aflopen, Rotterdam stond met 1-3 voor. We blijven nuchter he", zegt de oudere man die qua uiterlijk zo een broer van Foppe de Haan had kunnen zijn. "Word ook wel tijd dat ze hier weer eens wat laten zien. De laatste jaren is het niet veel soeps."
"Missen jullie de tijden van Riemer en Foppe?", vraag ik naar de bekende weg. "Toen werden de centen in ieder geval nog met verstand uitgegeven en wist men hoe wij dachten. Ik zal er beter maar niet teveel over zeggen voordat jij het allemaal in een krantje zet", lacht de man met blauwe sjaal veelbetekenend, "Ik ben er weer weg van, goendei."
"Wat segt um?"
"Euh, ik denk dat hij zoiets als houdoe bedoelde maar dan in het Fries. Of zoals jullie zeggen: saluukes."
"Wel een schoon stadion he? Hier in Holland worden toch veel mooie dingen gebouwd. Zoveel mooie gebouwen hebben wij niet. Bij ons bemoeien teveel ambetante bedienden zich daarmee."
Us Eep
"Nou, ik vond het oude stadion hier een stuk sfeervoller", zeg ik, "Ik kan me herinneren dat ik er eens was toen FC Den Bosch er een halve finale van de beker afwerkte. Een heksenketel toen. Overigens moet je niet hardop tegen een Fries zeggen dat we hier in Holland zijn." "Hey wa staat daar nou weer?", stamelt Christiaan. "Wol no ris brûze en siede, En bûnzje troch ús ieren om", lees ik hardop, "Ik weet dat het uit het Friese volkslied komt, wat de betekenis is blijft gissen. Straks misschien even op google translate kijken."
"Poeh, het veld is inderdaad echt slecht", zeg ik even later. "Het lijkt wel een trainingsveld aan het einde van het seizoen. Maak jij even een foto van mij in de dug-out?"
"Hey, ik zei dat jullie naar binnen konden", lacht de charmante dame die ons eerder de open deur had gewezen. "Maar ga nou niet het veld nog verder kapot maken he." "Ja, sorry we konden het niet laten." "Het is niet erg hoor."
"Us Eep…', stamelt Christiaan even later Engels fonetisch. "Nee, joh, haha. Ús Abe! Abe Lenstra, die ken je toch wel?"
"Neie….nooit van gehoord", moet de Vlaming bekennen, "Waarom heeft hij hier een standbeeld?"
"Abe Lenstra is één van de betere voetballers die Nederland ooit gehad heeft. Voor de tijd van Johan Cruyff en Willem van Hanegem behoorde hij tot het gouden binnentrio van het Oranje in de jaren'40 en '50. Hier in Friesland is hij een absolute legende, hij komt uit Heerenveen. Daarom is alles ook hier naar hem vernoemd."
"Amai, gullie Ollanders hebben wel een voetbalgeschiedenis he. Daar kunnen wij niet aan tippen." "Ja, maar jullie hebben Eddy Merckx he", lach ik. "Het is da", zegt Christiaan.